Het onderscheid tussen biologische en organische mestkorrels kan verwarrend zijn, omdat deze termen vaak door elkaar worden gebruikt en soms zelfs als synoniemen worden behandeld. Over het algemeen verwijzen beide begrippen naar meststoffen die zijn afgeleid van natuurlijke bronnen en geen synthetische chemicaliën bevatten.
Biologische mestkorrels worden doorgaans vervaardigd door het composteren van organisch materiaal, zoals plantenresten, dierlijke mest en soms zelfs voedselafval. Ze bevatten organismen zoals bacteriën, schimmels en andere micro-organismen die bijdragen aan de afbraak van organisch materiaal en de vrijmaking van voedingsstoffen voor planten. Deze mestkorrels zijn vaak rijk aan organische stoffen en bevatten een breed scala aan voedingsstoffen die geleidelijk vrijkomen naarmate ze worden afgebroken door bodemorganismen.
Aan de andere kant zijn organische mestkorrels samengesteld uit natuurlijke materialen die afkomstig zijn van plantaardige of dierlijke bronnen, zoals compost, dierlijke mest, beendermeel, bloedmeel, vismeel, enzovoort. Deze mestkorrels bevatten geen synthetische chemicaliën en zijn bedoeld om de bodemstructuur te verbeteren, voedingsstoffen aan te vullen en de groei van planten te stimuleren op een manier die meer in lijn is met natuurlijke processen.
Beide soorten zijn dus afkomstig van natuurlijke bronnen. Maar wat is nu het verschil?
Hoewel beide soorten meststoffen afkomstig zijn van natuurlijke bronnen en geen synthetische chemicaliën bevatten, verwijst "biologisch" vaak naar het feit dat ze zijn geproduceerd door biologische processen en moeten voldoen aan specifieke normen, zoals de Skal-eisen in Nederland.
"Organisch" verwijst daarentegen meestal naar de oorsprong van de gebruikte materialen. In Nederland voldoen sommige producten mogelijk niet aan de Skal-eisen en mogen ze daarom niet worden verkocht als biologische meststoffen, hoewel ze buiten Nederland wel geschikt kunnen zijn voor gebruik in de biologische landbouw volgens andere regelgevingen zoals (EU) 2018/848, (EU) 2021/1165, NOP-verordening en JAS-verordening.
Zo is bijvoorbeeld onze Fertiplus een organische meststof, maar mogen we het geen biologische meststof noemen omdat het niet aan de SKAL eisen voldoet. Volgens SKAL, moeten de mestkorrels afkomstig zijn uit bio-dierhouderijsystemen (type A).
Buiten Nederland mag de Fertiplus wel gebruikt worden in de biologische landbouw omdat het voldoet aan de regelgeving zoals (EU) 2018/848, (EU) 2021/1165, NOP-verordening en JAS-verordening.
We hopen hiermee wat duidelijkheid te geven wat nu het verschil is tussen de organische en biologische benaming en eisen die gelden voor de biologische mestkorrels.